Les 3 Add something  to that what is there (and dare to remove something later on)

 

Deze keer blijven we niet alleen bij ‘dat wat er is’ tijdens mijn theater repetities in Lissabon. We gebruiken de verbeelding. Een Portugese acteur en ik staan naast elkaar op het podium, we kijken uit over een landschap. Maar mijn landschap is anders dan die van hem. We kijken allebei in onze verbeelding en proberen tot 1 plaatje te komen.

‘It is really wide and spacious here,’ zegt hij.

‘No it is not,’ zeg ik. ‘It is narrow.’

‘Stop,’ roept regisseur John. ‘You have to accept what the other is saying. You need to change your picture, Nanda.’

Mijn innerlijke beeld van een nauw steegje in de stad, stort in. Ik zie nu een groot plein aan het einde van de steegje verschijnen.

‘It is warm and crowded,’ voeg ik toe.

Nu moet mijn collega even slikken. Dat zit blijkbaar niet in zijn plaatje – wat dat ook moge wezen. Maar hij herstelt zich. ‘Yes, and I hear a dangerous roaring.’

Oh jee, nu moet ik dus een leeuw toevoegen aan dat stadsplein?

De werkelijkheid is flexibel

Deze oefening leert me om de werkelijkheid niet te statisch te benaderen. Je kan steeds dingen toevoegen en weglaten. Ook bij het schrijven kan je deze verbeeldingskracht inzetten.

Het is de basis om te blijven bij wat er is. En bij wat er niet is. In mijn boek ‘Spelen met je leven’ noem ik dat je NAP, jouw bekende grensvlak waaraan je de dingen afmeet. Maar je vermogen om dingen te verzinnen is je horizon. Wij kunnen daar dingen projecteren, die in het hier (nog) niet te zien zijn.

Verzinnen is natuurlijk

Dat voorstellingsvermogen is een natuurlijke, menselijke eigenschap. Kijk naar kinderen, die de hele dag uit zichzelf nieuwe werelden, wezens en verhalen verzinnen. Wij zijn gemaakt om iets toe te voegen aan de werkelijkheid. Verzinnen hoort bij onze ware natuur. Daar zijn we mee geboren.

En het maakt je geest flexibel. Om niet vast te houden aan jouw eigen idee en observatie van de zogenaamde werkelijkheid. Oke, dan voegen we een plein en een leeuw in. Wat gebeurt er dan?

Overdrijven als eerste stap

Een manier om deze fantasiestroom in gang te zetten, is om te beginnen met overdrijven. Begin bij wat je kent, maar maak het groter. Maak van dat enge bos een levensgevaarlijk woud. Maak van dat idyllische strandje een paradijs. Van die norse barman, een potentiële moordenaar.

Voeg toe, verzin, vergroot. Zie welke mogelijkheden er allemaal in de werkelijkheid besloten liggen.

Durf ook weg te laten

Maar durf op den duur ook weer dingen weg te halen. Je probeert iets uit, je wordt lyrisch, dramatisch. Je speelt op papier. Daarna is het de kunst om dat wat elkaar verstoort – een wijds uitzicht en een steeg – weer uit te gummen. Om helder en gericht te worden in dat wat je toevoegt, zodat je uiteindelijk tot een geheel komt dat klopt.

Zo kan je je eigen werkelijkheid scheppen, eentje die je verzint, maar die levensecht is. En die een ander ook ziet.

“The light is soft and long,’ zeg ik. Ik zie een zonsondergang voor me boven de Taag.
‘Oh yes it is, the whole sky is pink and it reflects in the water.’
Wij zien hetzelfde. Een nieuwe werkelijkheid is geboren.