“Je monoloog is als veel te droog eigeel.”
“Je lijkt wel een depressieve weduwe.”

Die feedback krijg ik op mijn voorstelling ZOUTE ZIEL.
Ik ben een lichtplan vergeten te maken en ik heb de helft van mijn tekst overgeslagen. Ik heb het eerst niet door, maar als ik allemaal mensen in het publiek op hun telefoon zie kijken, snap ik dat ik al drie uur op het podium sta. Zonder te bewegen.
Wat een nachtmerrie.Ik word shaky wakker. Vol schaamte.
Als ik met een kopje thee bijkom en mijn droom opschrijf, popt de volgende zin in me op:
Om te groeien moet je écht bereid zijn om te mislukken.
Dat klinkt als een flashy oneliner, maar om dat te leven – dat vraagt nogal wat.

Als ik door ‘het plafond wil breken’, moet ik ook bereid zijn om ‘door de bodem te vallen’.
WOW, HOLY FUCK.
 Als ik meer wil, als ik mijn volledige potentie wil leven, als ik grote stappen wil zetten – vraagt het tegelijkertijd van me om klaar te zijn om alles te verliezen: mijn gezicht, mijn geld, zelfs mijn droom. Want als het mislukt – is die droom aan diggelen.Daarom lijkt het soms zoveel veiliger om een droom niet te volgen, omdat een droom dan niet verandert in een kwetsbare uitdaging.
Maar weet je: ergens in het afgelopen jaar heb ik het besluit genomen; ik mag vallen. Falen. En niet alleen maar als concept. Ik voel een nieuw soort roekeloosheid.
Omdat er geen plafond bestaat, maar ook geen bodem.
Tussen die twee lagen heb ik mezelf vastgezet.
En het geeft zoveel vrijheid om te voelen dat ik niet vallen kan, omdat er alleen maar oneindigheid bestaat.
Natuurlijk ben ik wel bang. Anders zou ik dit soort dromen niet hebben.
Droog eigeel, my god, het is me de hele dag bijgebleven.
Des te blijer ben ik als ik een filmpje van een goede vriendin krijg die het decor voor me maakt – mooier dan je kan dromen!♡
En weet je waar het op lijkt, een ere-podium….niks geen eigeel, ik heb de gouden medaille al binnen – alleen al omdat ik het probeer.