The place where we belong
Over thuis komen op een plek die niet altijd als thuis heeft gevoeld. Over zingen in de auto. Over Moeder Aarde, India, Zeeland, Friesland. Over de aankomende Stille Schrijfretraite in de zomer.
Over weggaan, en dan weer terugkomen in een nieuwe jas.
Het is een zomerse dag en ik rijd met alle ramen open op weg naar Zeeland, naar een familieweekend. Ik zing zonder dat ik mezelf hoor, een mantra die ik uit India ken. Mijn haren wapperen in de wind.
I wanne be free, so free, like a flower and a bee, like bird in a tree, like a dolphin in the sea,
l wanne fly high, so high, as an eagle in the sky, and when my time has come, I wanne lay down and fly.
Pacha Mama I am coming home, to the place where I belong.
Tijdens het familieweekend krijg ik een tip voor een geschikte locatie voor de zomerse schrijfretraite, die ik organiseer.
‘Hoe heet dat centrum,’ vraag ik.
‘Pacha mama.’
Ik lach. Het is alsof ik de plek naar me toe gezongen heb. Ik mail naar Moeder Aarde (de betekenis van Pacha Mama) en ze blijken wonder boven wonder nog plek te hebben, wat midden in de zomer vrij ongewoon is.
To belong or to not belong
De plek blijkt net buiten Leeuwarden, aan de Dokkumer Ee te liggen. En die plek kan ik met recht mijn ‘Pacha Mama’ noemen. Aan dat water ben ik geboren. De tjalk waarop wij toen woonden, hebben mijn ouders vlak voor de bevalling aan de kade voor het ziekenhuis in Leeuwarden afgemeerd. Ik ben geboren tussen wal en schip. En zo zou ik me blijven voelen, in het noorden. Net niet geaard.
Toen mijn ouders, hippies van het eerste uur, hun tjalk na mijn geboorte voor een huis omwisselden in een traditioneel vissersdorp in Noord Groningen was het eigenlijk al beklonken; hier zouden wij de gevreesde vreemdelingen worden, die te veel verandering met zich mee brachten. Hier zou ik dat moeten verduren in de schoolklas waar de rangorde keihard duidelijk werd gemaakt met de vuist.
Sinds kort zit mijn eigen dochtertje van vier op school. En af en toe is er dan een koffieochtend of een informatie-avond. En dan zitten wij, ouders, op kleine kinderstoeltjes in dat klaslokaal. Meteen voel ik me weer het buitenbeentje – ik word bevangen wordt door een gevoel van ‘not belonging’.
Thuiskomen in India
To belong, ik kan geen uitspraak in het Nederlands vinden die voor mij dezelfde betekenis heeft. Ergens thuis horen. Erbij horen. Maar belonging is groter. Dat gaat niet alleen over een klas, of een dorp waar je niet of wel past; het gaat over het basisgevoel daaronder. Dat je thuis hoort op deze aarde. Dat je hier mag zijn. Onderdeel bent van de natuur, moeder aarde.
Het soort gevoel dat ik aan boord had, voordat we aan wal gingen wonen. Binnen de stalen wanden van het schip, waar je de zee altijd hoorde klotsen voelde ik mij geborgen en vrij. Het soort gevoel dat ik opnieuw leerde kennen toen ik door India ging reizen en daar retraites deed. Na veel verschillende soorten retraites bij verschillende soorten richtingen, vond ik ‘mijn’ lerares, die ons voornamelijk liet liggen rusten in de meditatiezaal. Meditatie is overgave, was haar boodschap, niet keihard werken om een inzicht te verwerven of om iets los te laten.
Na een paar dagen diep rusten stond ik op en kwam met een schok binnen hoe mooi deze wereld eigenlijk is. Het zonlicht dat door de bladeren viel, het blauwgroene meer in de vallei, het geroep van de apen in de verte, een roestige kruiwagen op zijn kant. En ik hoorde thuis op deze aarde, dat wist ik opeens heel zeker. Ik stond er niet buiten. Ik was geen buitenbeentje, geen indringer, geen ongewenst hippiemeisje in een vissersdorp. Ik was mens, natuur, onderdeel van deze schepping.
Pacha mama, I am coming home, to the place where I belong.
Meditatief schrijven
Het was tijdens diezelfde retraite dat ik het meditatieve schrijven a al Natalie Goldberg ontdekte. Writing practice noemde ze dat in haar boek. Je begint met een woord, ‘home’ bijvoorbeeld, en dan schrijf je tien minuten lang door. Zonder de tekst te sturen of te corrigeren. Je vertrouwt op dat wat komt.
En dat wat kwam, was bijna altijd verrassend. Diep. Grappig. Pijnlijk. Waar. Raak. Ik maakte onverwachte associaties. Nieuwe metaforen. Vond de onderliggende betekenis van gebeurtenissen die zo onbenullig leken. En daar hoefde ik, net als bij de ligmeditatie, niet heel hard voor te werken. Ik hoefde er ‘alleen’ op te vertrouwen dat alles er al was en dat ik dat door me heen kon laten stromen.
Toen voelde ik: ik ben niet alleen onderdeel van deze schepping, ik ben hier ook om zelf te scheppen. Wij zijn scheppende wezens. Scheppen, creëren hoort bij onze menselijke natuur.
I wanne be me, so me, just the being that I’ll be, not to rise and not to fall, being one and loving all,
there’s no high no low, there’s nowhere else to go, except inside a little star, says be just who you are.
Opnieuw thuiskomen in het Noorden
Na vele reizen keerde ik in mijn dertiger jaren terug naar het Noorden. Met nieuwe bagage. Ik organiseerde tien jaar lang stille Diepe Rust retraites in Zuid Oost Groningen, met mijn leraressen uit India. Ik gaf mijn roman Fok, over mijn jeugd op zee, uit bij de uitgeverij Elikser in Leeuwarden. Daardoor kan er een nieuw soort band met mijn geboortegrond ontstaan, het land waar ik me ontheemd op voelde, maar waar ik als mezelf kon terugkeren.
Het voelt betekenisvol om daar net buiten Leeuwarden, in een sjamanistisch centrum dat Pacha Mama heet, te schrijven in stilte. Om daar op die plek waar ik zo vaak het gevoel had dat ik er niet bij hoorde, over te brengen wat mij geholpen heeft om die plek van ‘belonging’ terug te vinden. Schrijven. Mediteren. Stilte. Dat zijn mijn schepen, waarop ik de reis heb afgelegd – terug naar de plek waar ik geboren ben.